Piet Verstappen

Piet Verstappen 1938-1945

1938-1945

.

Piet Verstappen  (zoontje van Tinus Verstappen & Walthera Seelen)

herdenking 4 mei 2023 door Waltred Jacobs, dochter van Riek Jacobs-Verstappen (oudste zus van Piet)

Peter (Piet) J.M.A. Verstappen  *Neerkant, 08-03-1938 -  †Neerkant, 18-08-1945

.

Als kind kwam ik regelmatig bij mijn opa en oma op de Scheper Jannebaan in Neerkant. Daar hing een wat vaag portretje van een kind aan de muur.
Toen ik vroeg wie dat kindje was, zei oma: “Dat is onze Piet” en ze huilde zacht.

Dat fotootje was dus van mijn oom Piet, geboren op 8 maart 1938, die ik nooit gezien heb, nooit gesproken heb, maar die nog altijd regelmatig genoemd wordt.
Ik kan me herinneren als kind dat oma het vaak over hem had. En bijna altijd waren er dan tranen, want het gemis bleef groot. Piet verongelukte op 18 augustus 1945. Over Piet Verstappen gaat dit verhaal. Maar eerst een korte situatieschets van toen.

Het gezin woonde op de Schans, op wat later de Scheper Jannebaan zou gaan heten.  Bij het begin van de oorlog waren er zes kinderen, vijf dochters, Riek, Nellie, Joke, Ria en Wiesje en één zoon, Piet die toen twee jaar was.  Mijn moeder, de oudste dochter, was zeven jaar en oma was zwanger van Harrie. Een paar jaar ervoor was Mientje hun dochtertje op drie-jarige leeftijd gestorven. Dat verlies was nog heel voelbaar. In de oorlogsjaren werden Fien en Frans geboren. Naast het gezin woonde de ouders en een ongetrouwde broer van opa.

Dat er in met name de laatste fase van de oorlog veel en heftig gevochten werd in deze regio, zal bij iedereen bekend zijn. Het gezin werd in de nazomer van 1944 geëvacueerd via Opheij, Meijel, Bakel, naar Eindhoven in verband met hevige gevechtshandelingen. Na vier maanden was het voldoende veilig om terug te keren naar…… ja, naar wat. Omdat men geen idee had hoe de omgeving en het huis eruit zou zien, ging opa een paar dagen eerder terug naar Neerkant. In de buurt het huis stonden zes tanks. Het huis zelf was beschadigd. Het had meerdere inslagen gehad en was leeg geplunderd.  Maar het stond er nog. De deuren van het huis waren gebruikt om de loopgraven te verstevigen. Die heeft opa opgezocht en herplaatst. De ramen waren allemaal stuk. Die werden vervangen door deels glas en deels hout, omdat glas schaars was.

Met kerst keerde ook de rest van het gezin na vier maanden evacuatie terug naar hun huis. Hoewel ze vrijwel niets meer hadden, moeten ze zich enorm rijk gevoeld hebben. Immers: ze waren nog samen. Beide ouders en negen kinderen hadden de oorlog overleefd. Net zoals de ouders en broer van opa die na terugkeer nog enige tijd in het kippenhok gewoond hebben omdat het deel van de boerderij waar zij woonden te zeer beschadigd was. Wat waren ze gezegend. Voorzichtig kon er uitgekeken worden naar betere en veiliger tijden. De eerste tijd sliepen ze samen op wat stro en Engelse dekens in de woonkamer. Er was schaarste aan veel zaken, maar samen zou dit jonge gezin het redden met wat ze hadden.

De heide naast het huis was afgezet met rood-witte linten. Daar mocht niemand komen, want daar zouden mijnen liggen. In de tuin waren twee Amerikaanse soldaten begraven, die kort daarvoor verongelukt waren als gevolg van een ontplofte antitankmijn.

Langzaam maar zeker werden alledaagse zaken weer opgepakt. De hygiëne was in die tijd niet naar de huidige standaarden en in het voorjaar van 1945 werd Piet zo ernstig ziek dat gevreesd werd voor zijn leven. Maar hij knapte gelukkig weer op.

De schrik zat er nog wel in en af en toe werd er in het gezin gesproken over wat ze zouden doen als ‘iemand’ het grotendeels beschadigde en slecht te beveiligen huis zou benaderen. Zo ook de avond voor het ongeluk. Piet had gezegd dat hij met een Engelse schop zou gaan slaan om zijn zussen en broers te beschermen.

Zoals gezegd, samen probeerden ze het leven weer op te pakken. Mijn opa pachtte in die tijd een stuk peelveld om turf te steken, waarmee het huis verwarmd kon worden. Als die turf droog genoeg was, moest die naar huis gehaald worden. Dat gebeurde met een platte kar met een paard ervoor. In die tijd een bijzonder moment en achter die kar liepen vooral kinderen. Zo ook die dramatische 18e augustus in 1945. Laten we luisteren naar het ooggetuigenverslag van mijn moeder die destijds 12 jaar was.

De kar met turf was al enkele malen langs ons huis gevaren op weg naar de turfschop die achter het huis stond. Ik zat in de kamer waar deze kar langs kwam. Ineens zag ik het glas uit het raam vallen en was er buiten een enorme stofwolk. Ik begreep niet waar die vandaan kwam, want ik had geen knal gehoord. Ik liep naar de keuken en vroeg aan ons mam wat er gebeurd was. Ons mam bleef herhalen dat ze het niet wist en samen liepen we naar buiten. In de deur kwamen we ons Wiesje van zes jaar tegen die riep dat ze niets meer kon zien. Ons mam sloeg haar schort om haar heen en zo liepen we naar buiten. Toen zagen we onze Piet liggen tegen het tuintje aan. Zijn hele hoofd was bebloed. “Och”, zei ons mam, “die leeft niet meer”.

Alles lag onder stof en overal lag turf. De kar was over een antitankmijn gevaren die daardoor afgegaan was. Het paard dat de kar trok, raakte los en sloeg ernstig gewond op hol. Even later keerde hij terug over de weg in volle vaart. Onze Frans die toen twee jaar oud was, liep op die weg. Ons mam riep: “Onze Frans komt onder het paard”. Ik bedacht me niet en rende naar hem toe. In de vaart nam ik hem onder de arm en samen vielen we aan de andere kant van de weg waar puin lag van het huis.

Ons pap was op dat moment op het gepachte turfveld in de Peel voorbereidend werk aan het doen. Hij hoorde een knal en vroeg zich verschrikt af of die vanuit
de omgeving van ons huis zou komen. Dit akelige gevoel drukte hij meteen weg. Toen even later een buurman naar hem toe kwam, moest hij onder ogen zien
welk drama er was gebeurd. Zijn oudste zoon was dood.

Op de Schans werd het lichaam van Piet afgedekt met een laken. Hij is later op een ladder gelegd en naar de zusters gebracht. Drie dagen later is hij begraven.
Daar kon ik niet bij zijn, want ik moest thuis blijven bij de kleintjes.

Bij het ongeluk werd ook de man die de kar reed, Graad Verstegen, gewond aan zijn voet. De helft van de schoen was eraf. Oom Lowie had een scherf in zijn hals gekregen. Beide mannen en ons Wiesje zijn naar het ziekenhuis in Helmond gebracht. Oom Lowie en Graad Verstegen mochten direct naar huis. Wiesje heeft er zes weken gelegen met de ogen bedekt en mijn ouders probeerden, op een geleende fiets, regelmatig naar haar te gaan.

Direct na het ongeluk gingen krijgsgevangen Duitsers en NSB-ers met prikstokken het land rondom het huis controleren. Er werden geen mijnen gevonden.

Vijf antitankmijnen hebben er om het huis gelegen. Tijdens de evacuatie van ons gezin was er al een mijn afgegaan, die lag in de mesthoop.  Hier is een pantserwagen op gereden waarbij twee militairen omgekomen zijn.  In maart 1945, had opa de tweede antitankmijn gevonden bij het omspitten van de tuin.
De derde vond ons El langs het paadje naar de waterput. De vierde mijn leidde tot dit ongeluk. Tenslotte vond ons pap er nog een, toen hij na het ongeluk op verzoek van de burgemeester, het hele erf omspitte in de groentetuin. Op dat stuk land dat afgezet was met linten, lagen er geen.

Tot zover het ooggetuigenverslag van mijn moeder.

Piet Verstappen, oom Piet, verongelukte op 18 augustus 1945 op 7-jarige leeftijd. In onze familie wordt over hem gesproken als een gevoelig en sociaal kind.
Hij stierf in vredestijd als gevolg van een ontplofte antitankmijn uit de Tweede Wereldoorlog. We kunnen slechts fantaseren over de man die hij had kunnen worden. Mijn tante Loes, die destijds Wiesje genoemd werd, herstelde van haar oogletsel dat ze op diezelfde dag opliep. Ook de andere lichtgewonden herstelden.

Mijn moeder, de oudste zus van Piet, is een van de weinige, misschien wel de enige nog levende ooggetuige van dit drama. Vandaag hebben wij geluisterd naar
haar verhaal over haar broertje.

Voor mijn familie betekent het veel dat wij vandaag samen stil staan bij het grote verlies van het leven van Piet Verstappen. Hij was een kind, nieuwsgierig naar
de wereld, want er was nog zó veel te ontdekken. Het heeft niet zo mogen zijn. Zoals velen anderen aan wiens leven voortijdig een einde is gekomen als gevolg van oorlogssituaties en vredesoperaties waarbij Nederland betrokken is geweest.  Voor Piet en alle anderen zijn wij vandaag twee minuten stil. Opdat wij nooit vergeten.

Dank voor uw aandacht.