herdenking 4 mei 2018 door kleinzoon Toine Verstappen
Frens Verstappen *Helden, 30-10-1896 - †Neerkant, 06-04-1945
Dit is het verhaal van Franciscus Antonius Verstappen (Frens Verstappen), in Neerkant destijds beter bekend als: ‘Giette Pierre Frens’.
Voor en tijdens de Tweede Wereldoorlog was mijn opa veldwachter/kantonnier in Neerkant, en dus in dienst van de gemeente Deurne. In die rol als veldwachter had hij tijdens de oorlog dagelijks met de Duitse bezetters te maken om zo de orde en rust te handhaven in Neerkant. In de avonden als de avondklok actief was, mocht vrijwel niemand zich op straat bevinden, behalve de veldwachter. Dat gaf hem de ruimte om ’s nachts activiteiten te ontplooien, die door de Duitsers zwaar bestraft werden, indien ze dat hadden ontdekt. Maar Giette Pierre Frens was bepaald niet bang uitgevallen en volgens zijn zoon Sjaak had hij zelfs geen schrik voor de Duitsers. Zo heeft hij meermaals geholpen om onderduikers en Joodse mensen, samen met zijn zoon Piet, met een bootje midden in de nacht over de Noordervaart te zetten. Ome Piet zei: “Als ze ons hadden betrapt, dan waren we op de plaats doodgeschoten.” Zo ook deed hij dat met neergestorte piloten van de geallieerde luchtmacht, die midden in de nacht bij hem aan de deur kwamen. Een pakkend voorbeeld van zijn moedig en koelbloedig optreden ging volgens zijn dochter Wies als volgt: In zijn huis waar nog kinderen van hem waren, werden aan de achterzijde in de woning Duitse gewonde soldaten verzorgd, terwijl voor in de woning gewonde Canadese soldaten lagen, die allen om medische hulp vroegen. Dit kon allemaal bij Frens. Rondom hun huis op de Keienberg (nu Schansweg) had een ware veldslag plaatsgevonden met dode en gewonden militairen. Met gevaar voor eigen leven, en ook dat van zijn vrouw en de jongste kinderen, is hij tot het laatst in Neerkant gebleven tot eerst alle inwoners geëvacueerd waren. Toen ze dan gingen vertrekken, nam hij ook nog en passant hun varken mee op de kar bij alle kinderen samen, volgens zijn dochter Truus.
Uiteindelijk net na de oorlog heeft hij een cursus gevolgd in het demonteren van mijnen, die hier overal her en der ingegraven lagen. Hij werd opgeroepen om een mijn onschadelijk te maken op de akker van Engelbert Cunnen op 6 april 1945, en dat is hem fataal geworden. Het was een boobytrap-mijn die ontplofte en hij was op slag dood. De knal werd in Neerkant goed gehoord, ook door zijn vrouw en kinderen. Oma Tonna (mijn oma) zou tegen haar kinderen hebben gezegd: “als dat onze pappa maar niet is.” Twintig minuten later kwam Pastoor bij oma aan huis om het slechte nieuws te brengen dat Frens Verstappen was verongelukt. De mijn die hij onschadelijk probeerde te maken, was aan de onderzijde bevestigd aan een trekmijn door middel van een koord. Vader Cunnen, zijn dochter en zijn zoon Broer hebben het stoffelijk overschot van opa van het veld gehaald en op een paardenkar gelegd. Daags daarna is opa naar het klooster in Neerkant bij de zusters gebracht en afgelegd. Zo bleef Tonna achter met 11 kinderen, waarvan er nog velen zeer jong waren. Een moeilijke tijd voor hun allemaal moet dit zijn geweest. Mijn opa was een strenge, maar ook rechtvaardige man, die altijd heel goed is geweest voor oma en de 11 kinderen.
Mijn opa was zondermeer een oorlogsheld.
Opa dit is voor jou jij bent mijn held, bedankt.
Toine Verstappen